Als taaldocent Engels is het altijd een plezier om te zien en te horen hoe studenten proberen bepaalde woorden zich eigen te maken: door een of andere vertaling, een ezelsbruggetje of door associatie – natuurlijk doen wij dat allemaal; ik althans wel. Tijdens één van mijn lessen mocht ik weer van zo een moment genieten, waarbij ik niet bijkwam van het lachen (al mag dat eigenlijk niet, he?). Nee, ik lachte niemand uit, maar op dat moment was het gewoon hilarisch. Het ging om een student die wat moeite had met Engels, maar veel durfde – iets dat ik heel bijzonder aan hem vond. Hij maakte vaak grappen en noemde mij altijd “juffie” al moest hij Engels praten. Hij vond het dus niet zo erg dat wij met z’n allen in lachen uitbarstten.
Het begon als elke normale les in de avonduren: de studenten waren moe van een lange dag en ik natuurlijk ook, maar we deden allen ons best om bij de les te zijn. Een van de onderdelen die avond was voegwoorden, in het Engels: ‘conjunctions’. Op dit specifiek moment ging het over nevenschikkende voegwoorden oftewel coordinating conjunctions. Om te begrijpen waar ik naar toe wil, moet ik toch even het technische ervan in het kort uitleggen. In het Engels zijn er zeven nevenschikkende voegwoorden namelijk For, And, Nor, But, Or, Yet, So. De eerste letters zijn niet zomaar in hoofdletters…Dit legde ik dus uit aan mijn studenten. Zoals ik in het begin zei, zoeken we altijd een manier om iets sneller en beter te onthouden. Zo gaf ik mijn studenten dit mee: “There is a mnemonic for these conjunctions, so you can remember it easily.” Meteen kreeg ik van die vragende gezichten in de klas. “A what? A Ne what?” kwam het van verschillende kanten. Als je het woord niet kent, moet je weten dat de eerste letter een stille letter is. Ik schreef het woord voor de duideijkheid dus op het bord en toen werd het erger: “Wat is dat?” vroegen enkelen. Ik las het nogmaals voor en wilde weten of iemand het eerder had gehoord. Het bleek van niet. Ik vroeg of ze het misschien in het Nederlands kenden: “Do you know the Dutch word “ezelsbruggetje”?” Iedereen confirmeerde meteen. Toen was het de beurt van mijn eerdergenoemde student: “Ma, juffie, waarom zo moeilijk dan? Is er geen ander woord ervoor?” Ik zei natuurlijk nee, dat is het woord. “Hoe zou jij het dan willen noemen?”, vroeg ik. “Ma, juffie…. Donkey Bridge is toch makkelijker?”’ Hahahaha….de hele klas ging dood van het lachen. Van sommigen kreeg hij ook nog de nodige ondersteuning. “Jaaaa, juf, kunnen we dat niet zeggen?” Mijn antwoord was natuurlijk nee!
Achteraf ben ik toch maar voor de zekerheid gaan zoeken naar ‘donkey bridge’. Blijkt dat het niet onbekend is bij de Amerikanen; men kent in slang-taalgebruik donkeybridge als letterlijke vertaling van het Duitse Eselsbruecken. In een normaal woordenboek zal je het niet tegenkomen, maar wel in de Urban Dictionary. Zo zie je maar, ook wij, taaldocenten leren taal van onze studenten.
Oh, ja! De mnemonic is FANBOYS (For, And, Nor, But, Or, Yet, So)
Farsia Chitanie