Voor iemand die wat gevoel heeft voor de Nederlandse taal zullen deze zinnen waarschijnlijk ergernis met zich meebrengen. Anderen zien er niet echt iets verkeerds aan, omdat er verschillende redenen zijn dat Surinamers bovenstaande uitlatingen doen. Een van de redenen zou kunnen zijn een gemiste degelijke opleiding.
De officiele instructietaal binnen ons onderwijs is Nederlands. Dit zou betekenen dat in ieder geval leerkrachten een taalniveau van minstens B1 moeten hebben. Helaas blijkt dit niet altijd het geval te zijn. Als ouder probeer je naar beste vermogen je (schoolgaande) kind zoveel mogelijk te corrigeren wanneer het taalfouten maakt. Maar wat doe je als je mulokind je vertelt over de vele taalfouten die een vakleerkracht maakt tijdens het lesgeven? Ja, enkele van de zinnen in de inleiding zijn door een muloschoolleerkracht gebezigd.
Lidwoorden en aanwijzende voornaamwoorden….zucht…! Als docent Engels heb ik een redelijk gevoel voor de Nederlandse taal, al moet ik erbij vermelden dat lidwoorden ook voor mij soms een probleem vormen. De regels voor lidwoorden in het Nederlands zijn moeilijk te doorgronden door niet-Neerlandici. Maar een regel die in principe nooit fout zou mogen gaan is ‘Wanneer het om een verkleinwoord gaat, is het bijbehorende lidwoord altijd ‘het’. Verder zijn er wat basiswoorden in de taal die wij dagelijks gebruiken met het bijbehorend lidwoord; deze moeten wij in principe gewoon uit het hoofd leren.
Vaak horen we uitingen als: “Uuuuuh, de…, nee, het….ey a sani yere!” Men stapt grappender wijs over naar het Sranan, onze ‘eigen’ taal die maar 1 lidwoord kent: a. Ik maak zelf regelmatig gebruik van deze overstap (I know….shame on me). Duidelijk is wel dat we dit niet kunnen toepassen in een leeromgeving of een professionele setting.
Terug naar “wat als je kind je zegt..”. Ik vroeg aan mijn kind wat zij eraan doet als de juf zulke fouten maakt. Een van de verhalen die ik kreeg was dat een leerling de juf eens erop attendeerde, maar dat die doodleuk als antwoord gaf: “Ja, zo doen jullie toch. Ik doe dan net als jullie.” Een antwoord dat kon werken als het eenmalig gebeurde, maar bij herhaaldelijke fouten? De leerlingen zeggen daarom niets meer en nemen gewoon een kiek op de juf: “Ma, als je hoort hoe die kinderen grappen maken over wat ze zegt. Soms gebruiken ze de fouten opzettelijk tijdens de les of tijdens een andere les.” “Ma, vandaag heeft de juf alweer zulke gekke fouten gemaakt”. “M’n vriendin heeft een keer gewoon een hele lijst gemaakt van al haar fouten en op het bord geschreven en aan andere juffies laten zien.”
Als collega-docent vind ik dit absoluut onprettig. Ik suggereerde dat ze de klassevoogd erover spraken of dat ik naar de school ga en dit ter sprake breng. Helaas werd dit, begrijpelijkerwijs, afgewezen door de kids uit vrees voor represailles.
Ik vraag me twee dingen af: Ten eerste, wat kunnen wij als ouders doen als we dit soort zaken te horen krijgen; kunnen we uberhaupt iets doen? En ten tweede, worden onze vakleerkrachten voldoende geëvalueerd op hun taalgebruik?
Farsia Chitanie