Persvrijheid in Suriname? **

11 mei 2022 | TAALLES

Suriname klom in april 2021 een stap omhoog naar plek nr. 19 op de World Press Freedom Index van de organisatie Journalisten Zonder Grenzen (Reporters Without Borders). Het was de hoogste plek die de persvrijheid in Suriname op deze index heeft gekregen sinds 2013; toen stonden we op de 30ste plaats. Als redenen voor deze plaatsing worden genoemd: weinig aanslagen op journalisten en een gevarieerd medialandschap.

Deze tekst bekijkt hoe deze plaatsing zich verhoudt tot de Surinaamse praktijk.  Het incident waarbij verslaggever Jason Pinas van de Ware Tijd hardhandig werd aangepakt, heeft verschillende organisaties en personen die zich inzetten voor democratie, goed bestuur en mensenrechten verbijsterd en heeft de vraag doen rijzen hoe vrij de persvrijheid in Suriname eigenlijk is. Een vraag die daar direct aan gekoppeld is, is of niet ook de democratie zwaar onder druk staat.

Het geval Jason Pinas

Op 13 december 2021 werd Jason Pinas vlak voor het gebouw van de democratie, het parlement,  op gewelddadige wijze aangepakt door beveiligers van de VP. Pinas was op deze spraakmakende dag bij het parlement aanwezig omdat hij foto’s wilde maken van de vicepresident die, nadat hij het parlementsgebouw had verlaten, plaatsnam in zijn auto. Pinas werd op zeer groffe wijze duidelijk gemaakt dat hij geen foto’s mocht maken van de binnenkant van de auto. Tijdens de woordenstrijd die daarop volgde werd hij door twee beveiligers fysiek aangevallen en tegen de grond geschopt. Ook werd zijn telefoon – waarmee hij de foto’s had gemaakt – hem hardhandig afgepakt. Een aangeslagen Pinas vertelt enkele uren na het incident aan collega’s: “Ook al zou ik geen foto hebben mogen maken, dan nog zou het van goed fatsoen getuigen dat de vicepresident zich netjes houdt.” En: “Als ik wist dat ze me zouden aftakelen zou ik wegrennen.” Er kwam, na uitdrukkelijk verzoek vanuit de DNA, een strafrechtelijk onderzoek en de conclusie was dat er inderdaad  buitensporig geweld tegen Pinas was gebruikt. Pinas deed na aanvankelijk te zijn uitgehoond door de politie, officieel aangifte van mishandeling.

Reacties

De reacties bleven niet uit. De Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) eiste bescherming van de persvrijheid in een brief aan de President. Verder deden de journalisten ook het dringende verzoek dat erop wordt toegezien dat intimidatie van verslaggevers door de vicepresident ophoudt. De journalistenvereniging gaat tot twee keer toe, een keer zelfs in de stromende regen in een protestloop richting het parlement om deze brief te overhandigen. De SVJ stelt ook een boycot in tegen de vicepresident: over de VP wordt niet meer geschreven.

Meer reacties nationaal

Op grotere schaal, op nationaal niveau staat men erop dat de persvrijheid een hoog goed is en niet alleen maar met de mond moet worden beleden. In de speciale vergadering van de Nationale Assemblee die hiervoor wordt gehouden spreken verschillende partijen hun afkeer uit van de gedragingen en uitlatingen van de VP en zijn beveiligers. Buiten de regering en de DNA zijn het de stichting 8 December 1982 en het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur die zich met de kwestie bemoeien. Ze spreken van een gruwelijke schending van de vrije meningsuiting, en uiten hun bezorgdheid over onder meer de staat van de persvrijheid en ons recht op informatie. Alle politieke partijen, burgerorganisaties en personen eisen een grondig en onafhankelijk onderzoek.

Reacties internationaal

Maar het lukt ons niet om het een en ander binnenshuis te houden. Ook internationaal wordt met afschuw en afkeuring gereageerd op het incident. Al heel snel na het incident verklaart de Associatie van Caribische Mediawerkers (ACM) zich solidair met de heer Pinas. Zij is van mening dat het optreden van de lijfwachten van vicepresident Ronnie Brunswijk  ter discussie moet worden gesteld, want, zo vraagt zij zich af: welke dreiging vormde de heer Pinas voor de ambtenaar Brunswijk? De ACM brengt de situatie zelfs in verband met ‘een duister militaristisch tijdperk’ in Suriname dat niet opnieuw de kop mag opsteken. Daarom wordt de vicepresident opgeroepen om publiekelijk zijn excuses aan te bieden aan de journalist in kwestie. Bovendien eist de organisatie onmiddellijke teruggave van de ‘in beslag genomen’ telefoon.

Ook in Nederland komen we in het nieuws. Voor de Nederlandse Omroep Stichting schrijft correspondent Nina Jurna: “Intimidatie van journalisten komt de laatste tijd steeds vaker voor in Suriname. En het is ook al een aantal keren voorgekomen dat vicepresident Brunswijk tijdens persconferenties geïrriteerd en buitenproportioneel kwaad reageert als journalisten hem kritische vragen stellen. Dat zijn lijfwachten zich nu zo agressief opstellen en journalisten zelfs aanvallen, is een zeer zorgelijke ontwikkeling.”

Het vuurtje verspreidt zich nog verder. De Amerikaanse ambassade in Suriname schrijft in een verklaring die in alle media wordt verspreid, dat bedreigingen en geweld tegen journalisten een gevaar zijn voor de persvrijheid, vooral als die komen van mensen binnen het overheidsapparaat. De ambassade verklaart in de bekendmaking dat zij alle gepaste onafhankelijke onderzoeksstappen aanmoedigt.

19e plaats

In het kort kan gezegd worden dat het incident van de verslaggever Jonas Pinas ertoe heeft geleid dat we de vraag of de persvrijheid wel echte vrijheid kent beter onder de loep zijn gaan nemen. VP Brunswijk is misschien wel ‘het gezicht’ van fysiek en verbaal geweld tegen journalisten, maar zoals de Nederlandse correspondent stelt,  een onheuse behandeling van deze beroepsgroep is niet bepaald een nieuwigheidje in Suriname. Nu hebben diverse politieke partijen en maatschappelijke organisaties in binnen- en buitenland  hun misnoegen en bezorgdheid over het incident geuit, en daarmee de eerste stap geplaatst richting een hogere plek op de World Press Freedom Index. Of we de huidige 19e plaats behouden is na deze gebeurtenis nog maar de vraag, maar dat er  (bijna) onmiddellijk aan de bel getrokken wordt wanneer het fout gaat, is in ieder geval een start.

 

 

Persvrijheid in Suriname *

1.         Suriname op plekje nr. 19

Persvrijheid zorgt ervoor dat journalisten zonder bang te zijn hun werk kunnen doen. Suriname was vooruit gegaan op de persvrijheidsbarometer van Journalisten Zonder Grenzen: van nr. 30 in 2013 naar nr. 19 in 2021. Hoe lager het nummer, hoe meer persvrijheid in het land. Wij kregen dit nummer omdat er niet veel geweld was tegen journalisten en omdat wij verschillende nieuwsbronnen hebben. In deze tekst gaan wij kijken of wij werkelijk op nr. 19 moeten staan als wij kijken naar wat er in Suriname gebeurt. Het geval waarbij journalist Jason Pinas van “de Ware Tijd” ruw werd behandeld, heeft verschillende organisaties en personen enorm verbaasd. Vooral mensen en organisaties die heel hard hun best doen om democratie, goed bestuur en mensenrechten te behouden in het land. Zij en ook heel wat anderen willen nu weten of de democratie onder druk staat.

2.         Het geval Jason Pinas

Op 13 december 2021 werd Jason Pinas vlak voor het gebouw van de democratie, het parlement, op een hele ruwe manier aangepakt door beveiligers van de vicepresident (VP) Ronny Brunswijk. Pinas was op deze dag voor werk daar. Toen de VP uit het gebouw kwam, en plaats wilde nemen in zijn dienstauto, wilde Pinas met zijn telefoon foto’s maken van de VP. Pinas werd op zeer groffe wijze duidelijk gemaakt dat hij geen foto’s mocht maken van de binnenkant van de auto. Er onstond een mondelinge ruzie, waarna Pinas door twee beveiligers lichamelijk aangevallen werd. Ook werd zijn telefoon ruw afgepakt. Achteraf vond Pinas dat de VP zich netjes zou moeten hebben gedragen, ook al mocht hij geen foto’s maken. Ook zei hij dat hij zou wegrennen als hij wist dat hij afgetakeld zou worden. Er werd een onderzoek gedaan en het bleek dat er werkelijk  geweld tegen Pinas was gebruikt. Pinas deed, nadat de politie hem eerst uitlachte, officieel aangifte van mishandeling.

3.         Reacties in Suriname

Verschillende mensen en organisaties reageerden op wat er was gebeurd. De Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) schreef een  brief aan de president. Hierin eiste zij van de President dat de persvrijheid beschermd wordt en dat ervoor gezorgd moet worden dat de VP journalisten niet meer bang mag maken. De SVJ gaat een tijdje niet over de VP schrijven: dit is een boycot tegen de VP.

In een speciale vergadering van de Nationale Assemblee (DNA) over deze gebeurtenis, hebben verschillende partijen laten merken dat zij het gedrag van de VP en zijn beveiligers verafschuwen. Ook de stichting 8 December 1982 en het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur bemoeien zich hiermee.

4.         Reacties buiten Suriname

Buitenlanders hebben ook laten merken wat zij over het geval Jason Pinas vonden. De Associatie van Caribische Mediawerkers (ACM) verklaart dat zij meeleeft met Pinas. Zij vraagt zich af welke dreiging Pinas was voor de VP. De ACM vindt dat Suriname niet terug mag naar een land zonder democratie. Daarom vindt deze organisatie dat de VP in het openbaar “sorry” moet zeggen tegen Pinas en dat hij de afgepakte telefoon meteen terug moest geven.

Ook Nederland heeft wat te zeggen hierover. Nina Jurna van de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) schrijft dat het vaker voorkomt dat journalisten in Suriname bang gemaakt worden. Ook vertelt ze dat de vicepresident eerder op een ongepaste manier reageerde als hij vragen moest beantwoorden bij persconferenties. Zij vindt het zorgwekkend dat de lijfwachten zich zo agressief hebben gedragen.

De Amerikaanse ambassade in Suriname zegt dat bedreigingen en geweld tegen journalisten een gevaar zijn voor de persvrijheid. Dat dit extra erg is als die bedreigingen en het geweld van mensen van de overheid komen. De ambassade verklaarde zich daarom voorstander te zijn van een onderzoek  door onafhankelijke groepen of personen.

5.         Nog steeds 19e plaats?

Het geval van de VP en journalist Jonas Pinas moet ons beter laten nadenken over de vraag of de persvrijheid wel echte vrijheid is. Want niet alleen VP Brunswijk maakt zich schuldig aan de verkeerde behandeling van journalisten; het is al vaker voorgekomen dat onze journalisten ongepast worden behandeld. Verschillende politieke partijen en andere organisaties binnen en buiten Suriname hebben nu laten merken dat zij het geval Pinas vreselijk vonden. Gaan wij hiermee weer een stapje omhoog op de persvrijheidsbarometer?

 

Deze taalles is gemaakt door Farsia Chitanie

Heb jij ook een leuke taalles? Of wil je er graag een maken? Schrijf ons dan een mailtje